36LD

Waarschip 36 LD – Innovatieve volbloed

Auteur: Henk van den Boom

Introductie

Klaas Kremer tekende op verzoek van Henk Jukkema de 36LD voor de Ostarrace van 1988. Hij zette zijn kennis en ervaring in om een sterk, snel en comfortabel schip te ontwerpen, innovatief uitgerust met waterballasttanks en dubbele roeren. Het werd een uitgekiend en gebalanceerd schip en de kroon op zijn werk als ontwerper en constructeur van lichtgewicht hechthouten Waarschepen.

Nadat Jukkema in 1984 met het gele Waarschip 1010 LDS Sailer de Observer Singlehanded Trans-Atlantic Race (Ostar) had uitgevaren, benaderde hij Kremer van de Waarschipwerf in ´t Waar. De vraag was of Kremer voor de race van 1988 een schip van 35 voet wilde ontwerpen en bouwen dat zou kunnen winnen in klasse V. Het moest een snel en comfortabel schip worden en eenvoudig solo te zeilen. Vanwege de start bij Southampton, de finish bij het Amerikaanse Newport en de overheersende westelijke wind op de Noord-Atlantische Oceaan, moest de nadruk op de aandewindse zeileigenschappen liggen. Jukkema had een sterke voorkeur voor een 7/8 tuig en een ‘vleermuis’-grootzeil met doorlopende latten. Een kleine fok moest in licht weer worden verruild voor een groot vliegend voorzeil op een korte boegspriet. Omdat bij de Ostar alleen lengte over alles telde, hoefde geen rekening te worden gehouden met ratingsystemen. De sponsor droeg de kosten van het project. Kremer ging meteen aan het werk met het voorontwerp.

Ballasten scheelt tien graden

Hij ging uit van een waterverplaatsing van slechts vier kubieke meter (LD staat voor Light Displacement) en tekende een romp met een gestrekt, vlak onderwaterschip en weinig overhangen voor en achter. De romp werd smal op de waterlijn, scherp in het voorschip, maar relatief breed op de spiegel. Een smalle waterlijn verlaagt de weerstand, maar levert weinig dwarsscheepse stabiliteit. Om het zeildragend vermogen te vergroten werd daarom gekozen voor waterballasttanks onder de gangboorden in een sterk uitwaaierende spantvorm, wat de aanvangsstabiliteit aanzienlijk vergrootte. Bovendien ontstonden hierdoor aan dek ruime gangboorden. De 600 liter ballastwater aan loef verminderde de hellingshoek met tien graden! De tanks konden afzonderlijk worden gevuld, zodat op ruime rakken alleen de achterste tanks werden gebruikt.

Flinke zeebenen

Om een hoge eindstabiliteit (groot oprichtend vermogen bij grote hellinghoeken) te bereiken, werd gekozen voor een 2.20 meter diepe kiel van 2000 kilo met een laag zwaartepunt door combinatie van lood met doodhout. Een fors vrijboord zorgde voor langsscheepse stijfheid en een droog dek. In combinatie met de uitwaaierende spantvorm droeg het hoge vrijboord ook bij aan de hoge stabiliteitsomvang.

Om onder alle omstandigheden goed te kunnen sturen en te voorkomen dat het schip in hoge golven op ruime koersen uit het roer zou lopen, kwamen er dubbele roeren onder. Daar waren toen al positieve ervaringen mee opgedaan.

De open kuip werd zo ingericht dat de roerganger makkelijk bij grootschoot, schoot- en vallieren en valstoppers kon, zodat alles vanuit de kuip ‘singlehanded’ te bedienen was.

De opbouw moest voor bescherming in de kuip zorgen, maar ook voor een stahoogte van 1,92 meter binnen. De karakteristieke ramen werden zo ontworpen, dat de solozeiler liggend op de salonbank aan de lage kant de zeilen goed in het oog kon houden. Tevens werden halve plexiglas bollen in de opbouw voorzien om van binnenuit zicht over dek en zee te hebben.

Oceaanbestendig

Omdat dit lichtgewicht schip wel bestand moest zijn tegen de zwaarste golfcondities op de Noord-Atlantische Oceaan, werd extra aandacht aan de constructie besteed. Licht, sterk en stijf construeren in hechthout was al de specialiteit van Kremer toen hij bij E.G. van de Stadt ontwerper was en over de hele Waarschepenreeks wist hij dit verder te perfectioneren.

De 36LD kreeg een volledig verlijmde dubbele bodem, waarbij het brede vlak werd uitgevoerd in 18 millimeter mahonie supra-hechthout. Deze ‘sandwichconstructie’ zorgde voor een sterke drager voor de kiel zonder de stahoogte binnen op te offeren.

De waterballasttanks onder de gangboorden zorgden voor verdere dubbelwandigheid van de romp en vormden met de vele dwarsschoten een soort honingraatstructuur. Door de verlijming met epoxy werd het hele interieur geïntegreerd in de constructie en droeg zo bij aan de sterkte en stijfheid. In combinatie met de hoge vrijboorden en de kleine opbouw ontstond zo een romp met een hoge langs- en dwarsstijfheid, nodig om voldoende voorspanning op de verstaging te kunnen zetten.

De salonbanken aan weerszijden kregen, met een goede epoxy coating, de functie van drinkwater- en brandstoftank. Zo werd het gewicht verder in het midden geconcentreerd.

Omturnen naar toer

Het ontwerp was nog nauwelijks gereed, toen het bericht ´t Waar bereikte dat de sponsor van Jukkema zich terugtrok. In de wetenschap dat een goed soloschip ook een goed toerschip is, besloot de werf het ontwerp enigszins aan te passen en als zelfbouwpakket aan te bieden.

Zo kwamen er bakskisten achter in de kuip en lattenbanken, die in helling verstelbaar waren. Onder het grote brugdek en de kuip kwam een ruime tweepersoons kooi, waar je aan beide kanten kunt uitstappen. De halve bollen verdwenen van de opbouw en daardoor konden de ramen langer. Het 17,25 meter hoge vleermuistuig maakte plaats voor een anderhalve meter lagere 7/8 tuigage en er kwamen kielen met diepgangen naar keuze. Er werd een motor van 20 tot 30 pk voorzien en een ruime accubank onder de kaartentafel geprojecteerd. Al met al nam het leeggewicht hierdoor toe tot 4500 kilo.

Henk Agterhof uit Doetinchem bestelde, op basis van deze tekeningen, bouwnummer 1. Als eigenaar van een timmerfabriek en met de eerdere ervaring van een Waarschip 900 bouwde Agterhof dit prototype zo professioneel af, dat het op de Hiswa van 1990 veel bekijks trok en meteen enkele bouwpakketten werden besteld.

Over de testvaarten met dit prototype, genaamd Aloha, schrijft Kremer in het Vademecum Zeilsport van april 1991: ‘Onze hoge verwachtingen t.a.v. het varen met de 36LD werden in de praktijk niet alleen bewaarheid, maar zelfs nog overtroffen! Niet alleen de snelheid bij veel ruime wind (er werd al meer dan zestien knoop mee bereikt en dat nog zonder spinnaker) is hoog, ook aan de wind en bij licht weer loopt dit schip fantastisch. Wat ons daarbij opviel is het gemak, waarmee het gezeild wordt, de rust van de bewegingen in zeegang en het uitgebalanceerde sturen. Even goed trimmen en het schip stuurt zichzelf. Je kunt dan met een gerust hart de helmstok een tijdje loslaten.’

Mag het iets meer zijn?

Tussen 1990 en 1994 leverde de werf twaalf bouwpakketten van de 36LD. Na aflevering van een bouwpakket duurde het dan nog wel een paar jaar voordat het schip te water ging. In de folder schat de werf de bouwtijd op ongeveer 1200 uur. Zoals we allemaal weten waren dit soort schattingen behoorlijk optimistisch. Zo deed Agterhof, die veel ervaring had en over al het gereedschap beschikte, ruim 5000 uur over de bouw.

Naast de Aloha (H4621) was in de jaren negentig ook de Vriespunt (H4852) gezeild door Harrie Amsterdam van De Vries Zeilen uit Grouw, een bekende op de wedstrijdbanen. Het blad Zeilen maakte een uitgebreide proefvaart met de Vriespunt en schreef een gedetailleerd verslag in het nummer van juni 1992. In dat verhaal karakteriseerde Harrie Amsterdam de 36LD als een ‘vroeg in de kroeg’ schip.

In totaal zijn van dit ontwerp twintig schepen gebouwd. Twee daarvan zijn recent gebouwde verlengde versies met als typeaanduiding 40LD. De Waarschipwerf in Farmsum laat overigens weten dat de 36LD nog steeds als bouwpakket en ook zeilklaar leverbaar is.

Hoewel dit schip al 35 jaar geleden is ontworpen, oogt het nog steeds strak en modern. Het is een gebalanceerd schip, dat zich onder alle omstandigheden goed gedraagt en eenvoudig alleen te zeilen is. Met een stahoogte van 1.92 meter en zes ruime kooien is het prima geschikt als familieschip, dat in wedstrijden nog steeds goed kan meekomen. Deze ‘volbloed’, zoals ze werd genoemd in de originele folder van de werf, verdient dan ook nog steeds de sporen.

Specificaties
lengte 1075 cm
breedte 340 cm
diepgang 180 cm
waterverplaatsing 4.000 kg
tuigage Fractioneel
grootzeil 34 m2
genua 31,8 m2
spinaker 70 m2
doorvaart ca 16 m
gebouwd 16
periode 1987-1998

Zeileigenschappen

Zeer snelle en goede zeiler.

Binnenruimte

Voorzien van alle comfort, de stahoogte is 190 cm.

 

Scroll naar boven